20190618 KLIME Hoe klimaatbeleid de oorlogsdansen tegen Iran verklaart VT

 

Aviel Verbruggen, emeritus hoogleraar Universiteit Antwerpen.

 

De mensen geschiedenis bestrijkt alle registers van prachtige kunstwerken en opbeurende samenwerking tot afschuwelijke vernielingen en oorlog stokerij. De laatste jaren is dit uitvergroot in de MONA (Midden-Oosten, Noord-Afrika) regio. De bakermat van de Westerse beschaving kreeg het hard te verduren. Nu is Iran, het land van poëzie, tapijtkunst, prachtige gebouwen, weer aan de beurt (na de aanval door Sadam Houssein in 1980-1988, gesteund door de VSA). De VSA, Saoedi Arabië (SA) en Israël zoeken de stokken bijeen om de ruggengraat van Iran te breken. Incidenten en aanvallen op tankschepen vinden plaats in de straat van Hormuz, onder het alom aanwezige oog van de Amerikaanse troepenmacht die de grenzen van Iran bewaakt.

 

De feiten van beschadigde schepen zijn echt, bevestigd door alle verslaggevers en landen in de regio. Wie de schade veroorzaakte is voorlopig onduidelijk, want de daders eisen hun daden niet op. Dit gebeurt meer bij misdaden. De Romeinen ondervonden dit ook, en volgden bij gerechtelijk onderzoek de leidraad “Is fecit cui prodest” (wie er belang bij heeft, heeft het gedaan).

Iran als uiterst verzwakte partij heeft er geen belang bij. Iran vraagt dat gesloten akkoorden worden nageleefd, om olie en tapijten te kunnen uitvoeren, want de jonge opgeleide bevolking wenst werk in eigen land. Wie heeft welk belang bij de oorlogsvoering tegen Iran? Wellicht zijn er veel factoren te melden. Je kan zelfs teruggaan tot de duizendjaren oude spanningen tussen de volkeren aan beide kanten van de Perzische Golf. Maar het meest verklarend zijn de hedendaagse verstrengelingen van financieel-economische en politiek-militaire belangen. Deze zijn verwarrend, en dwingen te zoeken naar hoofdlijnen, zoals:

  1. Klimaatstabiliteit vereist de totale, nabije (maximum 20 jaar) ban op het gebruik van fossiele brandstoffen, of: steenkolen, aardolie, aardgas in de grond houden.
  2. Sinds de eeuwwisseling versterkt de coalitie, geleid door de VSA met SA, de emiraten en Bahrein, gericht op de mondiale controle van de olie&gas markten. Deze coalitie wil het leeuwendeel van de – noodzakelijk krimpende – markt bezetten, en olie& gas verkopen aan hoge prijzen. SA kan zo olie winsten boven de $100 miljard/jaar boeken, en tientallen miljarden aan wapentuig blijven besteden. De duurdere VSA olie&gas winning blijft afgeschermd van mondiale concurrentie.
  3. Hoge prijzen wegen zwaar op de olie&gas invoerlanden uit het Oosten (Japan, China, e.a.) en Europa. Zij betalen de hoge rekeningen.
  4. Hoge prijzen kunnen maar blijven duren als olie&gas leveringen van de vele goedkope leveranciers uit de markt worden gehouden of gejaagd.
  5. Hier schieten economische middelen tekort, en zet de coalitie het politiek-militaire arsenaal in: embargo’s, interne conflicten, burgeroorlogen, invasies tegen onwillige landen en politici, zoals Iran, Irak, Libië, Soedan, Venezuela, Rusland, …. Bv. de VSA zet de klem op Europa om het dure ‘vrijheid’ schaliegas te kopen, o.a. door de Noordstroom gaspijplijn Rusland-Duitsland te dwarsbomen.

 

De oorlogsdreiging versterkt het Ayatollah bestuur in Iran. De meerderheid van het Iraanse volk is dat bestuur beu; het sabelgekletter fnuikt de groei van het democratische alternatief.

 

De VSA haviken willen zich in de geschiedenis wurmen met hun eigen oorlog. Zoals voorgaande oorlog stokers moeten ze een alibi vinden: NAZI Duitsland ontketende de tweede wereldoorlog op 1 september 1939 met een in scène gezette Poolse aanval op een Duitse grenspost; de VSA invasie van Vietnam werd opgehangen aan het Tonkin incident in 1964; de leugenopbouw over Sadam’s fictieve massa vernietigingswapens in 2003 sleurde de Irak oorlog op gang. Een gelijkaardige constructie wikkelt zich nu af om Iran te kunnen aanvallen.

 

Of het tot een uitgebreide oorlog komt is niet zeker. Voor de financieel-economische belangen van de gas&olie coalitie volstaat de algehele isolering van Iran en het volledig uitschakelen van haar olie&gas uitvoer.

Voor de wapenindustrie mag het iets meer zijn. In de wereldwijde militaire uitgaven van $1822 miljard (2017), staan op het conto van de VSA $649 miljard (36%); SA besteedt in 2018 $67,8 miljard; het zogenaamd agressieve 80 miljoen inwoners tellende Iran $13,2 miljard; het veel kleinere Israël $15,9 miljard (bron SIPRI). Het wapentuig van Iran is hoofdzakelijk verdedigend, zoals de kleine bootjes waarmee een groepje amateurs een zogenaamde plak mijn gingen ophalen onder het oog van een VSA oorlogsschip. Het zou onderdeel van een komische voorstelling kunnen zijn, met Bolton in de hoofdrol.

 

Maar dat is het niet: tot de tanden bewapende landen die internationale verdragen en instellingen (zoals de VN) minachten, internationale resoluties aan hun laars lappen, zelf ‘preventieve’ geheime of openlijke invallen organiseren in soevereine landen, apartheidsdenken en regimes cultiveren, zijn een gevaarlijk mengsel voor de wereldvrede. Voorbeelden uit de vorige eeuw moeten hier tot lering strekken. Met een overhangende klimaatverandering, kunnen oorlogen de ondergang alleen maar versnellen.

Het monopolie van de US dollar als wereldmunt verdwijnt best zo snel mogelijk. Afdreiging door sinistere figuren in het Witte Huis zouden dan minder effect hebben. Het in 1992 algemeen aanvaarde paradigma van Duurzame Ontwikkeling is de beste toetssteen voor vooruitgang van de wereldwijde mensheid. Dit praktisch toepassen geeft houvast, zoals om de hernieuwbare energie transformatie vele keren te versnellen.