20171029 Is Belgische Noordzee windstroom karig gesteund?

In De Standaard van 28-29 oktober 2017, Economie p.E7, draagt een kolomartikel van Wim Winckelmans de titel “4 miljard minder subsidies voor windparken”. Dit klinkt veelbelovend, maar een lezer vraagt zich dan toch af: hoeveel subsidies blijven er dan nog te betalen? Dit cijfer was niet direct te vinden. Wel staat er dat de prijsgarantie van €125/MWh daalt tot €79/MWh, en dit een besparing van 3,9 miljard euro oplevert. Ook laat Marghem uitschijnen dat ‘de befaamde windmolenparken van Borsele in dezelfde prijsklasse zitten’.

Dat vraagt toch om meer verduidelijking. De Nederlandse Rijksoverheid bericht (12 december 2016): “Het tweede windpark Borssele (700MW capaciteit) kan naar verwachting met slechts 0,3 miljard euro subsidie worden aangelegd en geëxploiteerd. Er was gerekend op een bedrag van 5 miljard euro.’

 De drie nieuwe Belgische parken – Northwester 2, Mermaid en Seastar – hebben naar verwachting een samengetelde capaciteit van 732-768MW, dus iets groter dan Borsele II. Als België het groene stroom certificaten systeem blijft aanhangen, geldt de steun als een premie boven op de elektriciteitsprijs die de producenten van hun stroom kunnen bekomen op de groothandelsmarkt. Als het verschil van €46/MWh (=125-79) een bedrag van 3,9 miljard euro vormt, dan komt €79/MWh overeen met een totaal van 6,7 miljard euro steun.

Het kan zijn dat 0,3 miljard Nederlandse euro’s (voor 700MW) anders tellen dan 6,7 miljard Belgische euro’s (voor 732-768MW), maar meer duidelijkheid zou de toekomstige facturen van de Belgische huishoudens geen kwaad doen.