Search
Close this search box.

Verpletterende Verantwoordelijkheid van een Falend Klimaatbeleid.
Aviel Verbruggen (www.avielverbruggen.be) 26 november 2017

Op de Rio top in 1992 verklaarden alle landen van de wereld zich bereid gevaarlijke klimaatverandering te mijden. Om de opdracht concreet te maken, houden de landen vanaf 1995 jaarlijkse conferenties, gekend als COP# (# = jaar van bijeenkomst). Het wetenschappelijk panel IPCC levert de nodige kennis, zodat de COP-leden goed weten in welke toestand planeet aarde zich bevindt, met jaarlijks meer evidentie dat groeiende klimaatverandering onomkeerbare schade aan alle leven op aarde veroorzaakt.

In 2006 oogstte N. Stern veel bijval met de noodzaak om dringend en drastisch te handelen. In Kopenhagen (COP15, 2009) stelden de belangrijkste politieke leiders van de wereld de opdracht op scherp met de richtwaarde van maximum 2°C temperatuur stijging (1,5° als streefwaarde). Ook zullen de rijke landen U.S.$100 miljard/jaar betalen aan de landen in ontwikkeling om acties te bekostigen en schade te compenseren.

Parijs (COP21, 2015) verpakte de beloftes opnieuw in een vaag verdrag, waar iedereen met akkoord kon gaan. De daarop volgende COP22 (2016) en COP23 (2017) zouden het vage verdrag moeten concretiseren. Veel gepraat doet de emissies van koolstofdioxide en methaan niet dalen, terwijl de klimaatverandering zo snel doorschiet dat ze zichtbaar en voelbaar is geworden, zonder raadpleging van IPCC’s dikke boekdelen.

Na drieëntwintig COPs blijft het mondiaal klimaatbeleid uiterst fragiel. Er bestaat geen inschatting van de doeltreffendheid en doelmatigheid van de gespendeerde COP middelen, wat op zich al een veeg teken is. De COP-deelnemers beoordelen de eigen prestaties.

Het omzetten van het Rio verdrag in noodzakelijke acties is het hoofddoel van de COPs, en de acties moeten plaatsvinden in de landen. Maar duidelijke acties zijn vervangen door niet afdwingbare beloftes en aankondigingen die vervagen als zandkastelen wanneer de vloed opkomt. Oeverloze vergaderingen, bureaucratische teksten, compromissen geladen met persoonlijke gevoelens en relaties, ver weg van de miljarden mensen daarbuiten wiens talrijke en diverse dagelijkse beslissingen bepalen hoeveel miljoenen ton koolstofdioxide ze dag na dag aan de overladen atmosfeer toevoegen.

De COPs zijn arena’s voor confronterende belangen en inzichten van landen, bedrijven en NGOs. De landen hebben zich in blokken verenigd met de breuklijn tussen arm en rijk als belangrijkste. De lobbywerking van de transnationale energiebedrijven (olie, gas, steenkolen, elektriciteit) is tot in de COPs doorgedrongen, met resultaat: het Parijs Akkoord beantwoordt geheel aan hun behoeften. De NGOs zijn hopeloos verdeeld en leveren geen geloofwaardig alternatief op het internationale vlak. Sommige hebben zich vereenzelvigd met het COP proces en met de politiek van de EU. Het energie en klimaatbeleid van de EU wordt zelf in hoge mate gestuurd door de belangen van de multinationale energieconcerns (zie de 2014 EU richtlijnen voor steun aan hernieuwbare energie; zie de emissiehandel op maat van de bedrijven).

De slakkengang van de COPs vloekt met de noodzaak van drastische en dringende verandering. Er zijn geen tekenen van grondige koerswijziging in de komende jaren, zodat de COPs het internationaal klimaatbeleidsterrein blijven bezetten, in het belang van de transnationale energieconcerns. Dit is rampzalig, want de uitstoot van broeikasgassen moet snel en drastisch omlaag, wil menselijk leven op aarde aangenaam / mogelijk blijven.

Tegen dit rampzalig verloop, kunnen we enkel nog rekenen op de snelle groei van de hernieuwbare energie technologie (met wind en zonnestroom in de spits), die de vertragingsmaneuvers van de gevestigde energieconcerns wegveegt en het gewauwel van de COPs negeert.

Het opzetten van een passend mondiaal klimaatbeleid (Self-governance in global climate policy) is een mogelijkheid, maar dit blijft theoretisch zolang de oude belangen en visies domineren. Toch zou een beleid beantwoordend aan de elementaire criteria van publiek beleid, de omslag bespoedigen en minder lastig maken voor miljarden mensen.

Wie toch durft de verpletterende verantwoordelijkheid van het falende COP-beleid blijven dragen? De ontsnappingsroute ‘ik heb het niet geweten’, sluiten we beter af.